zaterdag 8 oktober 2011

Dionysos en Apollo.

Op toppen hoog gestegen
gaapt beneê oneindig diep
een afgrond eerst verzwegen
die ik nu tevoorschijn riep.

En dan, misschien lichtzinnig,
stort ik mij omlaag.
De ruimte, wild, aanminnig,
grijpt mij in mijn kraag.

Nu blijf ik alsmaar vallen
door talloze heelallen
en weet niet waar het eindigt,
noch waar de diepste mijn ligt.

Maar een ding blijft wel hetzelfde:
na het tiende komt het elfde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten