dinsdag 30 augustus 2011

Warmte.

Soms blijkt onverbloemd:
ik ben voorgoed verdoemd.
Wat ik ook probeer,
het zal falen telkens weer
als ik niet van mezelf hou
en mij kan halen uit de kou.
Daarvoor is warmte nodig:
de rest is overbodig.
Wanneer ik die niet heb
is wat ik doe slechts nep.
Waar haal ik die vandaan
als ik mijzelf niet kan verstaan?

Maar dit is alles misverstand,
zo veel is er niet aan de hand.
De warmte, nee, die heb ik niet
omdat geen ik nog overschiet.

Hierbij beken ik bondig:
dit is een beetje te spitsvondig.
Tussen hovaardigheid en bidden
ligt mijn toestand in het midden.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten