zondag 28 augustus 2011

Zijn.*)

Hoe kan ik spreken over 't zijn
als ik er onderdeel van ben?
Weliswaar trek ik een lijn
waarmee ik onderscheid aanbreng
tussen mijzelf en de rest
maar dit is schijn, dat weet ik best.
Want ook de lijn is zijn
en daarmee mijn en dijn.
Als alles zijn is
hoe kan het zichzelf dan kennen?
Het loopt zichzelf dan altijd mis
zoals een ezel die blijft rennen
achter de wortel voor zijn neus
met de snelheid naar zijn keus.
Een vinger kan naar alles wijzen
behalve naar zichzelf.
Zo kan men ook oneindig reizen
door een grenzeloos gewelf
zonder zichzelf ooit te zien
al ziet men zelfs misschien
de steen der wijzen
en de heerlijkste paleizen.

Als zijn zichzelf niet kan kennen,
is het de vraag maar of het is
of slechts bedacht is om te wennen
aan dit diepst geheimenis:
er is dit plannen en dit rennen
terwijl daarvoor geen reden is.

*) " "Zijn" betekent ook: hem toebehoren." - Franz Kafka, beschouwingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten