maandag 15 augustus 2011

Tellen.

Tellen: hoe gaat dat in zijn werk?
In elk geval is de gewoonte sterk
om dat constant te doen.
Kan die ook slijten als een schoen?
Want tellen is wel problematisch
en maakt het leven vaak dramatisch.

Vooraleerst is er de een,
voor elk getal de steen
waaruit het zo schoon is opgebouwd,
waarop men blindelings vertrouwt.

Maar een is grond voor geen:
zonder een geen geen.
Hoe weet ik anders dat iets is
wanneer iets anders het niet is?

Een en geen dat is al twee
en een en geen en twee is drie
en zo komen er getallen mee
waarvan het einde ik niet zie.

Nu nog even terug naar een
want daar is alles mee begonnen.
Wanneer ik zeg: "een steen"
is 't al meteen verzonnen.
Ik kon ook zeggen: 't zijn atomen
voor de gelegenheid tezaamgekomen
en slechts voorzien van etiket.

Voor de atomen geldt dit ook
ook zij zijn een boeket
van delen en als rook.
Ook hun delen kan ik delen,
dit gaat zo altijd door.

Ik vind geen een, daarom geen velen
en daarmee gaat ook geen te loor.

Tellen is mentaal besluit,
als ik dat zie ben ik er uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten