zondag 27 april 2014

Van alles.

Dit heelal is als een ruif waarvan ik de geur opsnuif. Bij het koeren van een duif of de ronding van een druif ril ik onder hemelhuif die ik eer en liefs toewuif, slaak mijn boeien en verstuif of blijf achter als een kluif. Zo kan ik van alles zijn, zoete mee of zure wijn, krachtig kruid of vals venijn of de zang van een dolfijn. Klein of groot of een gordijn of een schaduw in de pijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten