maandag 1 september 2014

Pluraal.

Ben ik niet oneindig veel?
Want zodra ik voetbal speel
ben ik gelijk een tegenstander,
voor een fin een buitenlander,
voor mijn eega echtgenoot
en voor een bacterie groot.

Voor een berg echter klein
slechts een stipje op een plein,
voor mijn ouders steeds een kind
en een weerstand voor de wind.

Voor mijn buurman ben ik buur,
voor mijn herinnering een schuur,
voor mijzelf alleen maar puur
zonder ogenblik of duur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten