dinsdag 12 januari 2016

Kant.*)

Als ik God wil gaan bewijzen
heb ik Hem alreeds genoemd.
Als Hij daaruit gaat verrijzen
is dat fictie, onverbloemd.

Daarmee kan ik nog niet zeggen
dat Hij daarom niet bestaat.
Ik kan immers niet weerleggen
dat Zijn aanblik mij ontgaat.

Als ik tot conclusies kom
is 't omdat ik dat opsom
wat ik van tevoren wist.
Of Hij is blijft onbeslist.

Dit gaat ja en nee te boven
en schept ruimte om te geloven.


*): "Ik moest dus het weten opheffen
      om plaats te maken voor het geloof."
     Uit "De Kritiek van de Zuiver Rede"
     door Immanuel Kant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten