dinsdag 26 april 2016

Braaf.

Jij was al te vaak lieftallig.
Ik beheerste mij anstvallig
en keek dan maar naar de grond
of een beetje in het rond.
Daarmee hield ik mijn fatsoen.

Als ik kijk naar wie het doen
en daarna worden vergeven
moet ik soms van afgunst beven.
In mijn hart schrijnt dan de wonde
van de niet begane zonde.

Ik die dacht zo braaf te zijn
moet nu leven met de pijn
door jou te zijn afgewezen
daar ik niet dorst driest te wezen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten