zaterdag 2 juli 2011

Dialogue Intérieur.

Ben ik een slagveld? En dan, van welk geweld?
Er is in elk geval een held die stil wil blijven liggen:
"Genoeg is er al heen en weer gesneld"
is zijn devies, "nu ben ik zeug en biggen
zijn de lusten die mijn bed bewonen."
Dan is er die ander die de kop op steekt
en spreekt: "Ik laat mij niet onttronen!
Beperkt is mijn tijd, ik ben doorweekt
met vadsigheid, gedompeld in een poel van feilen
waarin ik langer niet nog wil verwijlen.
Op mijn onachtzaamheid richt ik mijn pijlen."
Waarop de eerste zegt: "Dit is slechts denken
dat vrees opwekt en weg doet zwenken.
Lig rustig maar en laat je vrede schenken."
"Dit schenken geeft mij juist de kracht
die mij laat bewegen", zo spreekt de tweede.
"Heel goed", zegt dan de eerste weer, "wacht
op wat komt en deel dan mede
welk verhaal je leven kleurt."
"Niet nodig",  zegt de ander, "wat gebeurt
zijn dan mijn daden zelf, de dader is verbeurd".

Meteen daarop is hij verdwenen en de zeug
blijft achter op het bed. Zij neemt een teug,
rookt een sigaar, snuift van de nacht een vleug
en de matras die tegen haar rug aan zeurt
begint haar te vervelen. Zij voelt zich afgekeurd
en denkt: "Ik geloof dat ik voor niets meer deug
maar 't leven blijft toch lekker en de modder geurt".

1 opmerking:

  1. Hoi Hans,

    Wat ben ik toch elke keer weer geraakt als ik iets van je lees. DANK JE.
    lIefs, Bart Landstra

    BeantwoordenVerwijderen