zaterdag 12 november 2011

Inductief en deductief.

Gegeven zijn de stof en fenomenen
en men kan vragen wat hen drijft
tot hun gedrag en ondernemen
of wat er van ze over blijft
als men ze uit elkaar wil nemen.

Als men niets stoffelijks kan vinden
noemt men het derhalve geest
die zou blazen als de winden
en veroorzaken het feest.

Alleen, de geest heeft geen substantie
dus kan niet drukken tegen stof.
Hij doet misschien alsof
maar biedt voor dansen geen garantie
en lijkt voor eeuwig op vakantie.

Men kan ook uitgaan van de geest.
Die is en is nooit niet geweest
omdat de tijd waarin dat zo zou zijn
zelf al geest is als zijn eerste lijn
waarop als punten staan de ruimtes
met hun bollingen en schuintes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten