De oorzaak van het lijden
is een misverstand.
Dit kon de Boeddha onderscheiden
door Zijn gezond verstand.
't Is namelijk een feit
dat strijd
gevolg is van onwetendheid:
de begeerde eenheid
waarom 't verlangen brult
is al vervuld.
Want elke holte
is afdruk van een volte
en elke volte
een ingevulde holte.
* De Vier Edele Waarheden van de Boeddha zijn achtereenvolgens het lijden, de oorzaak ervan, het opheffen ervan, en de manier waarop.
vrijdag 8 juli 2011
donderdag 7 juli 2011
Erfclaim.
Hoe is het kwaad ontstaan?
Geschapen door een demiurg
of een rebelse onderdaan?
Indien het werk van dramaturg,
waar haalde die 't idee vandaan?
Kwam dit vanzelf dan heeft er niemand schuld.
Hoewel: hij had het ook kunnen weerstaan
en oorzaak is dan ongeduld.
Of toch weer niet want ook verzaken
doet zich voor en niemand die't kan maken.
Noem anders je naam
en werp daarop de blaam.
Dit is koelbloedig
en ook heel edelmoedig.
Maar wacht, nu nog drie vragen:
is het ontstaan of altijd al geweest?
En dan: kan men het dagen
of is't een beest
dat kwaad is voor zijn prooi
maar op zichzelve vrij en mooi?
Of is het nog iets anders
dan gruwel voor omstanders?
Een wrok, een haat,
een wanhoopsdaad,
een duisternis, een woeden,
een woekerend gangreen
of ijselijk vermoeden?
Of slechts: het ene heen?
Dat laatste zou het kunnen zijn
want is slechts een is er geen pijn
omdat een vuur zich niet kan branden.
In eenheid heb je tijd noch landen
want die bestaan uit tellen en afstanden
dus geeft de vraag of 't altijd was
of is ontstaan niet langer pas.
Geschapen door een demiurg
of een rebelse onderdaan?
Indien het werk van dramaturg,
waar haalde die 't idee vandaan?
Kwam dit vanzelf dan heeft er niemand schuld.
Hoewel: hij had het ook kunnen weerstaan
en oorzaak is dan ongeduld.
Of toch weer niet want ook verzaken
doet zich voor en niemand die't kan maken.
Noem anders je naam
en werp daarop de blaam.
Dit is koelbloedig
en ook heel edelmoedig.
Maar wacht, nu nog drie vragen:
is het ontstaan of altijd al geweest?
En dan: kan men het dagen
of is't een beest
dat kwaad is voor zijn prooi
maar op zichzelve vrij en mooi?
Of is het nog iets anders
dan gruwel voor omstanders?
Een wrok, een haat,
een wanhoopsdaad,
een duisternis, een woeden,
een woekerend gangreen
of ijselijk vermoeden?
Of slechts: het ene heen?
Dat laatste zou het kunnen zijn
want is slechts een is er geen pijn
omdat een vuur zich niet kan branden.
In eenheid heb je tijd noch landen
want die bestaan uit tellen en afstanden
dus geeft de vraag of 't altijd was
of is ontstaan niet langer pas.
woensdag 6 juli 2011
Ochtendschemering.
Al vroeg vind ik mij op een stoel,
recht tegenover mij de lucht.
Het wordt al licht maar is nog koel,
zo ben ik uit de droom gevlucht.
De wolkjes, dicht opeen,
liggen in het zwerk gedrukt.
Violet, van vreemde steen,
zijn schaduwen, geplukt
uit de vergane nacht,
veranderend in rossig goud,
speurend naar hun pracht,
van dageraad heraut,
bekleed met prille macht,
brekend, bleek, bedauwd.
recht tegenover mij de lucht.
Het wordt al licht maar is nog koel,
zo ben ik uit de droom gevlucht.
De wolkjes, dicht opeen,
liggen in het zwerk gedrukt.
Violet, van vreemde steen,
zijn schaduwen, geplukt
uit de vergane nacht,
veranderend in rossig goud,
speurend naar hun pracht,
van dageraad heraut,
bekleed met prille macht,
brekend, bleek, bedauwd.
Gewaarzee.
Wat is eigenlijk tekenen
en wat is dichten?
Is het niet berekenen
en tellen van de schichten
die de zee van ons gemoed doorklieven
met willekeur en naar believen?
Wat ze ook maar overbrieven,
ze komen en ze gaan als dieven.
We kunnen wel de lijnen kiezen
die het water splijten
en de woorden die de vliezen
van de golven rijten.
Niets valt hier te verliezen,
niets ook te verwijten,
want meteen
voegt het water
zich aaneen
en verschijnen
is, niet later,
ook verdwijnen.
en wat is dichten?
Is het niet berekenen
en tellen van de schichten
die de zee van ons gemoed doorklieven
met willekeur en naar believen?
Wat ze ook maar overbrieven,
ze komen en ze gaan als dieven.
We kunnen wel de lijnen kiezen
die het water splijten
en de woorden die de vliezen
van de golven rijten.
Niets valt hier te verliezen,
niets ook te verwijten,
want meteen
voegt het water
zich aaneen
en verschijnen
is, niet later,
ook verdwijnen.
dinsdag 5 juli 2011
Slaap.
Elke keer dat ik ontwaakte
kwam dat door slaap die staakte.
Dat heb ik altijd aangenomen
op grond van 't bed en reeksen dromen.
Toch is de slaap mij onbekend.
Om die te zien moet ik juist wakker zijn.
Zo is zij dan een tent
en van zichzelf gordijn
waarvan'k niet weet wat het verhult:
of 't diepte is of schuld
of onvermoede schatten.
Zij is een wolk van watten
waaruit het leven stijgt
maar die zichzelf verzwijgt.
kwam dat door slaap die staakte.
Dat heb ik altijd aangenomen
op grond van 't bed en reeksen dromen.
Toch is de slaap mij onbekend.
Om die te zien moet ik juist wakker zijn.
Zo is zij dan een tent
en van zichzelf gordijn
waarvan'k niet weet wat het verhult:
of 't diepte is of schuld
of onvermoede schatten.
Zij is een wolk van watten
waaruit het leven stijgt
maar die zichzelf verzwijgt.
maandag 4 juli 2011
Uiteengevallen.
Heel lang heb ik mij bij elkaar gedacht,
gekweld door angst, altijd bedacht
op onverwachte rampen
die mij de grond in kunnen stampen
en ik miste dan de kracht
die om dit soort zorgen lacht.
Dit te willen is wat moeite bracht
en mij beving met overmacht.
Nu val ik plotseling uiteen:
trappen en gangen gaan bewegen
en de stad wordt losse steen
vrij en zonder dwang verkregen.
Gevoelens en ideeën zijn een furie
en mijn commentaar is jury.
gekweld door angst, altijd bedacht
op onverwachte rampen
die mij de grond in kunnen stampen
en ik miste dan de kracht
die om dit soort zorgen lacht.
Dit te willen is wat moeite bracht
en mij beving met overmacht.
Nu val ik plotseling uiteen:
trappen en gangen gaan bewegen
en de stad wordt losse steen
vrij en zonder dwang verkregen.
Gevoelens en ideeën zijn een furie
en mijn commentaar is jury.
zaterdag 2 juli 2011
Dialogue Intérieur.
Ben ik een slagveld? En dan, van welk geweld?
Er is in elk geval een held die stil wil blijven liggen:
"Genoeg is er al heen en weer gesneld"
is zijn devies, "nu ben ik zeug en biggen
zijn de lusten die mijn bed bewonen."
Dan is er die ander die de kop op steekt
en spreekt: "Ik laat mij niet onttronen!
Beperkt is mijn tijd, ik ben doorweekt
met vadsigheid, gedompeld in een poel van feilen
waarin ik langer niet nog wil verwijlen.
Op mijn onachtzaamheid richt ik mijn pijlen."
Waarop de eerste zegt: "Dit is slechts denken
dat vrees opwekt en weg doet zwenken.
Lig rustig maar en laat je vrede schenken."
"Dit schenken geeft mij juist de kracht
die mij laat bewegen", zo spreekt de tweede.
"Heel goed", zegt dan de eerste weer, "wacht
op wat komt en deel dan mede
welk verhaal je leven kleurt."
"Niet nodig", zegt de ander, "wat gebeurt
zijn dan mijn daden zelf, de dader is verbeurd".
Meteen daarop is hij verdwenen en de zeug
blijft achter op het bed. Zij neemt een teug,
rookt een sigaar, snuift van de nacht een vleug
en de matras die tegen haar rug aan zeurt
begint haar te vervelen. Zij voelt zich afgekeurd
en denkt: "Ik geloof dat ik voor niets meer deug
maar 't leven blijft toch lekker en de modder geurt".
Er is in elk geval een held die stil wil blijven liggen:
"Genoeg is er al heen en weer gesneld"
is zijn devies, "nu ben ik zeug en biggen
zijn de lusten die mijn bed bewonen."
Dan is er die ander die de kop op steekt
en spreekt: "Ik laat mij niet onttronen!
Beperkt is mijn tijd, ik ben doorweekt
met vadsigheid, gedompeld in een poel van feilen
waarin ik langer niet nog wil verwijlen.
Op mijn onachtzaamheid richt ik mijn pijlen."
Waarop de eerste zegt: "Dit is slechts denken
dat vrees opwekt en weg doet zwenken.
Lig rustig maar en laat je vrede schenken."
"Dit schenken geeft mij juist de kracht
die mij laat bewegen", zo spreekt de tweede.
"Heel goed", zegt dan de eerste weer, "wacht
op wat komt en deel dan mede
welk verhaal je leven kleurt."
"Niet nodig", zegt de ander, "wat gebeurt
zijn dan mijn daden zelf, de dader is verbeurd".
Meteen daarop is hij verdwenen en de zeug
blijft achter op het bed. Zij neemt een teug,
rookt een sigaar, snuift van de nacht een vleug
en de matras die tegen haar rug aan zeurt
begint haar te vervelen. Zij voelt zich afgekeurd
en denkt: "Ik geloof dat ik voor niets meer deug
maar 't leven blijft toch lekker en de modder geurt".
Abonneren op:
Posts (Atom)