zondag 3 mei 2015

Aubade.

Wanneer je wat langer denkt,
niet zo snel besluiten neemt,
maar daarmee toch niemand krenkt,
vindt men je maar vreemd,
denkt dat jou de waanzin wenkt
en je raakt ontheemd.

Het is de wereld op zijn kop
want bewierookt wordt de snob
die het lang zo nauw niet neemt
en verstand en wijsheid claimt.

Maar er blijven dingen gelijk.
Als ik in je ogen kijk
zijn die steeds aan sterren rijk.
Ik versmelt als ik je strijk.

zaterdag 2 mei 2015

Op de oevers van de tijd.

Op de oevers van de tijd,
banken van oneindigheid,
zijn mijn vrienden en verwanten
korter hier dan klanten
in een drukbezocht cafe.
Het vergeten voert ze mee.

Maar het is ook andersom.
Als ik op de marktplaats kom,
waar contacten zijn slechts vluchtig,
is de koopman al doorluchtig
als een lang regerend vorst,
zelfs al is zijn koopwaar worst.

In de vreemdste domicilie
zit ik tussen mijn familie.

Aankomst.

Misschien deed ik heel veel fout.
Ik zie in dit foutenwoud
niet meer goed wat ertoe doet
en gooi in mijn eten roet.

Dit heeft er nu toe geleid
dat ik hier zit zonder strijd.
Dat is zonder meer een feit
en dat raak ik ook nooit kwijt.

Wellicht zijn de zon en maan
uit vergissingen ontstaan
maar nu volgen zij hun baan
en zij komen en zij gaan.

Alles komt in een tel aan
in de schoot van het bestaan.

Op termijn.

Deze wereld wordt te klein
voor het groeiend aantal mensen.

Binnenkort weerklinkt het sein
dat een eind maakt aan de wensen
die elkaar zo zeer verdringen
dat het komt tot handenwringen
boven 't stoff'lijk overschot
van veel leven, dan kapot.

Maar nog steeds blijft er de lijn
van de lucht die raakt de zee.
Dat wil zeggen: op termijn
valt het allemaal wel mee.

Alweer omhoog springt de dolfijn
na zo'n miljoen jaar of twee.

Scenario.

Jij bent vaak voorbij aan praten.
Daardoor heb je in de gaten
wat een ander vaak ontgaat,
die alleen maar verder praat.

Ik, van mijn kant, kan't niet laten
om te meten met mijn maten
wat jij daarmee toch bedoelt
terwijl jij alleen maar voelt.

Zo leg ik mijzelf iets uit
wat in feite niets beduidt,
luister op mijn radio
naar een raar scenario
waarmee ik mijn onrust kruid,
word jaloers op Mario.

Stofje.

Deze aarde met haar zeeën
en haar bergen overal,
met haar dwergen en zijn reeën
is een stofje in't heelal
dat welhaast onzichtbaar is.
Als zij weg is: geen gemis.

Ben ook ik met mijn verlangen
en mijn capricieuze gangen,
met de tranen op mijn wangen
en mijn borst met trots behangen
net zo'n stofje in je geest?

Moet je misschien hard gaan denken
wie er toch zo staat te wenken
als je deze regels leest?

vrijdag 1 mei 2015

Grens.

Ik heb telkens weer de keus
iets te doen of iets te laten
en kan wenden steeds mijn neus
terug naar huis of naar de straten.

In het midden van mijn praten
kan ik stoppen naar believen,
pardonneren alle dieven
die hem smeerden met mijn platen.

Of ik kijk naar madelieven
die ik nooit heb kunnen haten,
kan mijn liefje gaan gerieven
voorbij vreugd in alle staten.

Als zij dat maar toe wou laten
maar mijn smeken wil niet baten.