dinsdag 6 mei 2014

Saamgesteld.

Ik gebruik het cijfer een maar intussen vind ik geen fenomenen waarop ik met fatsoen dit label prik. Wat ik ook maar kan bedenken, altijd is het saamgesteld en mijn geest zal blijven zwenken zolang dit principe geldt. Toch gebruik ik dit getal telkens weer en overal maar het is alleen een naam, al geniet die grote faam. Ook die naam heeft nog drie letters. 't Is een feit, al klinkt het ketters.

Peilloos.

Er is sprake van een gat met daarin een draaiend rad waarin werelden vergaan om daarna weer te ontstaan. Met geraas en veel geknal is 't een kolk waarin ik val. Niemand houdt mij voor de mal. Dat dit waar is weet ik al. Ik zie af van elk gekwetter want ik neem dit naar de letter. Anders val ik nog te pletter, dat is zeker heilloos. Dit begrijp ik feilloos want dit gat is peilloos.

Oude hond.

Als ik denk: "Ik ben niet goed"
zet dat in mijzelf kwaad bloed
tenzij ik een keer besef
dat dit enkel denken is
waarmee ik mijzelf onthef
van dit hard getuigenis.

Want gedachten vliegen rond,
geloven in hun eigen grond,
maar intussen is 't gezond
dat ik ze op tijd ontbond.

Daardoor sloegen zij geen wond
en blijf ik, een vagebond,
achter op dit wereldrond
rustend als een oude hond.

Mis.

Dat wat er altijd al is
kent totaal geen hindernis
en het kan hier ook niet komen.

Als een weefsel zonder zomen
heeft het kern noch buitenkant.
Ik zoek tevergeefs een rand
maar ik kan mij nooit onttrekken
aan wat is op alle plekken.

Hoe weet ik dan dat het er is?
Juist omdat ik het nooit mis
is er voor mij geen manier
om te zeggen: "het is hier!"

Ik kan het alleen maar denken
maar het nimmer aandacht schenken.

Thans.

Ik ben altijd in het nu.
Er is geen verleden tijd.
Dit moment is continu
en gelijk aan eeuwigheid.

"Maar ik weet toch wat ik deed
 en heb beelden bij de vleet
 bij wat ik al heb beleefd
 en wat zich voltrokken heeft?"

 Deze vraag creeert de leugen
 van een reeds vervlogen tijd
 maar het is slechts het geheugen
 dat zijn wijde vleugels spreidt.

 Dit gebeurt uitsluitend thans.
 Hierin krijgt de tijd geen kans.

vrijdag 2 mei 2014

Koe.

Ik kijk telkens op mijn rug
en beoordeel mij dan vlug.
Maar dat maakt mij achterbaks
en in feite ook nog laks
want ik neem daarvoor wat tijd
die ik niet aan and'ren wijd.

Als ik mij volledig open
hoef ik niet meer terug te lopen
om te kijken wat ik doe
maar behoor de wereld toe
en, niet langer weggekropen,
valt de vraag weg naar het hoe
ik mijn strikken kan ontknopen,
word ik volgzaam als een koe.

Krant.

Alles hangt met alles samen
in een eindeloos verband.
Omdat vele korrels kwamen
ligt er nu een gouden strand.

Als er slechts een zou ontbreken
was er heel veel aan de hand
en dan was de kans verkeken
op het blijven van het land.

Want de sterren en de maan
vormen mede het bestaan
van die ene korrel zand
waarop nu het zonlicht brandt.

Heel de kosmos zou vergaan
zoals nieuws ook met een krant.