Onrecht treft mij overal:
bij het spelen met een bal
of gevangen in een stal
en het dichtslaan van een val.
Bitter is dit leed als gal
en het omringt me als een wal.
Overal weerklinkt gelal
en geraas van wat niet al.
Dit zet zich voort in het heelal,
in een chaos zonder mal,
losgebroken door een knal.
Tevergeefs sta ik hier pal.
Kwellingen zij zonder tal
zolang ik dat vinden zal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten