Ik word van geluk beroofd
want ik zie iets over 't hoofd.
Het is dus mijn onwetendheid
die mij vele kolen stooft
en mij dompelt in de strijd
die mijn helderheid verdooft.
Wat ik nog steeds niet snap
is dat ik niets ben dan een hap
uit een weten zonder eind,
door mijn blindheid slechts omlijnd.
Een lepel uit de soep genomen
waarin dezelfde stromen stromen
die mijn hart doen kloppen
en zich als boodschappers ontpoppen
van een onverzonnen licht,
inslaand als een bliksemschicht.
*): Ma non eran da ciĆ² le proprie penne
se non che la mia mente fu percossa
da un fulgore
Maar daartoe waren eigen vleugels niet bij machte
zo 't niet ware geweest, dat mijn eigen geest
getroffen werd door een bliksemstraal
Dante Alighieri "La Divina Commedia", Paradiso, Canto XXXIII, 139-141.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten