een navertelling. *)
Mijn handen zijn precies hetzelfde
(van mijn vingers is geen elfde)
en liggen vreedzaam naast elkaar.
Zij zijn een diep harmonisch paar.
Dat geldt ook voor mijn wanten.
Maar, anders dan bij kranten,
moet ik er wel een omkeren
wil ik ze laten congrueren.
Ofschoon van vorm gelijk,
verschilt de linker van de rechter.
Dit blijkt alleen maar als ik kijk,
mijn denken toont het slechter
want dat beweert bijvoorbeeld slechts:
"links is waar de duim zit rechts".
*) vrij naar Immanuel Kant's:
"Prolegomena zu einer jeden
künftigen Metaphysik". I, 13.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten