Ik zit in een zaal met mensen
maar zie niet wat zij wensen.
Ik zie enkel maar hun ruggen,
kan de kloof niet overbruggen
die mij van hun denken scheidt,
zelfs al is die niet zo wijd.
Maar ik weet ook wel waarom:
denken is niet recht of krom
maar voltrekt zich in de tijd
en die staat los van ruimt'lijkheid.
Ruimte, tijd: dat zijn twee dingen
die men niet kan samenwringen.
Al spreek ik af om kwart voor drie
zegt dat nog niet dat ik u zie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten