In een wereld, schoon en rein,
zou ik best wel willen zijn.
In dit fiere koninkrijk
is het recht voor ieder gelijk
en de oostelijke zon
rijst er op zonder pardon.
Hoogverheven, warm en groot,
schijnt hij neer op kroon en sloot.
Dan bekruipt mij plots de vrees
of de zon voor mij ook rees
want ik ben niet altijd aardig
en dan die zonneschijn niet waardig.
Maar als ik glimlach naar die angst
blijf ik in dit rijk het langst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten