Ik ben dikwijls gevangen
in tangen van verlangen
en mijn zware keten
is verre van versleten.
Omringd door muren
wacht ik lange uren
op het doven van de vuren
waarnaar ik maar blijf turen.
Zo blijf ik zeulen met de zorgen
van de avond tot de morgen
of laat mij door vermoedens worgen
die zich in de haard verborgen.
Slechts hij die vindt is niet te vinden
dus kan men die ook nimmer binden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten