Op de maan daar ligt een steen
al heel veel lange jaren.
De sterren draaien om hem heen
waarnaar hij kalm blijft staren.
Hij lag er al in't pleistoceen
en wist zich te bewaren.
Onbeweeglijk en sereen
ligt hij maar zonder bezwaren.
Op aarde vliegen levens heen
en blijven golven baren.
Zij hebben alle dit gemeen
dat zij ontelbaar zijn als haren.
Gezien vanuit die ene steen
telt elk ervan als bijna geen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten