Ik bouw steeds aan mijn eigen nest
en heb het leven weggepest
dat anders wel zou zijn gekomen
want van nature is het stromen.
Daarbinnen zucht ik en verpieter
en geef mij op mijn mieter,
ben aan't zeulen met een rots
die ik tors met valse trots.
Voortgedreven door de angst
ben ik voor de dood het bangst
die mij elk moment kan tonen
dat ik niets ben dan typhonen.
Hij ontheft mij van mijn pogen
en is in die zin mededogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten