Ik ben de hemelkoepel
rond en ledig als een hoepel,
een strakke blauwe vlakte
die nooit iemand pakte.
Daarin drijven wolken rond
en flikkeren de schichten.
Ik ben slechts achtergrond
voor knipperende lichten
en dien als metafoor
van het bewustzijn
dat, niet ertegen of ervoor,
de wereld er laat zijn.
Als ik eenmaal vallen moet
heeft iedereen een blauwe hoed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten