Luistert nu naar mijn ballades:
ik word gegijzeld in de Hades.
Boven wordt het daglicht sterker
maar ik zucht nog in de kerker.
Op de aarde, schraal en dor,
krast de kraai zich schor
en de planten star en stijf
missen nog mijn warme lijf.
In de krocht waar ik verblijf
tel ik als mijn tijdverdrijf
mijn zaden keer op keer.
Bij de laatste, na de vijf,
keer ik op de aarde weer
en wrijf weer warm de schijf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten