Tot jou ben ik steeds veroordeeld
en daar kan ik niets aan doen.
Zo ben jij voor mij het boegbeeld
dat ik nu denkbeeldig zoen.
Jij hebt daaraan geen boodschap
want ik ben niet meer zo knap.
Dit kan ik uitstekend volgen
maar word niettemin verzwolgen
door eem hartstocht die niet dooft.
Ik verlies daarbij mijn hoofd
maar ben liever nog verwaten
dan slechts sullig en gelaten.
Als jij dit maar toe wilt laten
overstijg je wat je gelooft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten