Waarom schrijf ik toch steeds toe?
Word ik dit nu nooit eens moe?
Ik zie haren en wat vlees
waarin ik als teken lees
dat mijn kat zich alsmaar wast,
mij op dit vertoon vergast
en vanaf de boekenkast
hangt zijn staart neer als een kwast.
Ik haal er van alles bij
maar het schouwspel zelf blijft vrij
van mijn denken en mijn woorden
die als evenveel akkoorden
vergezellen wat gebeurt,
stil en zuiver, onbesmeurd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten