Telkens als een briesje waait
wordt mijn hals alweer gedraaid
want mijn hartstocht wakkert aan
als ik een gezel zie staan
die mij aankijkt als de maan.
Vingers die door haren gaan
en mijn ogen vlammen op.
Hier wil ik niet meer vandaan
en mijn wellust stijgt ten top.
Van genot kan ik opaan.
En toch ben ik maar een draadje
in 't tapijt van het bestaan.
Als een kleurig chocolaatje
tref ik kleffe lippen aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten