Onverschillig wat ik neem,
als ik kijk blijft er geen zweem
voortbestaan van wat ik dacht
dat het voor mij altijd was:
Neem bijvoorbeeld eens de nacht,
zacht en donker als een das:
die ken ik dankzij de dag
en aan zijn kleur ken ik een vlag.
Zo staat niets ooit op zichzelf.
Door te dromen danst een elf
en de droom vereist de slaap
zoals wol komt van een schaap.
Waar ik mij ook maar mee pest,
het is zo ledig als de rest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten