Als ik u mijn rug toekeer
is dit verre van beleefd.
Ik betoon u niet de eer
waar u altijd recht op heeft.
Dus kijk ik u liever aan.
Net zoals de volle maan
nimmer voor de zon gaat staan
laat ik mijn belangen gaan.
Toch heb ik nog steeds een rug
- ofschoon ik die nimmer zie
blijft dat toch mijn theorie -
onverschillig, blind en stug,
waarmee ik de helft beledig
ofschoon ik fatsoen verdedig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten