Opdat ik mij snel geneze
van verlangens, wild en zwoel,
neem ik toevlucht tot ascese
en kom niet meer van mijn stoel.
Ik zit stil, verroer mij niet,
ben immuun voor kleur en lied,
weet mij als een denkend riet
waardoorheen zich weemoed giet.
Juist omdat ik niets meer doe
vloeit mij nu van alles toe.
Deze vloed wordt nimmer moe
en hij kost niet eens een sou.
Ondanks dat ik dit niet wist
blijk ik plots een hedonist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten