Ik bevind mij oog in oog
met een vrouw die mij vertelt
over hem die haar bedroog
en haar hartloos heeft gekweld.
Ik ben zo zwijgzaam als een vis
maar oplettend als een arend
want haar dictie is gewis
en haar schoonheid onrustbarend.
Naar haar naakte armen starend
en mijn meegevoel bewarend
vries ik vast in een spagaat
die mij geen beweging laat.
Maar intussen wordt het laat,
piept de deur die opengaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten