ten eerste uit hoe men het noemt -
men valt soms op de knieën
wanneer het wordt geroemd.
Ook wordt het wel genomen
en dan is het een eigendom
of men laat het stromen
en maalt er niet meer om.
Vervolgens uit waarop het rust:
bij de zee hoort ook een kust
en het woeden komt tot rust
door een mond die teder kust.
En tenslotte uit zichzelf:
niet te vinden als ik delf.
*): De Yogācāra-leer ziet drie basismanieren waarop we onze wereld waarnemen. Deze worden aangeduid als de 'drie naturen van gewaarwording'. Deze zijn[3]:
- Parikalpita, of de mentale constructie of verbeelding. Hier wordt ervaring geconstrueerd door reeds aanwezige kennis en ideeën. Het onderscheid tussen subject en object ontstaat hier, en het idee dat alles een permanent zelf heeft.
- Paratantra, of de wederzijdse afhankelijkheid. Hier wordt gezien dat 'de werkelijkheid' voortdurend verandert, en er geen zelfstandig bestaande 'dingen' zijn. De wederzijds afhankelijke aard van alle dingen wordt hier correct begrepen.
- Pranispanna, of de Absolute werkelijkheid, waar 'iemand' de verschijnselen gewaar wordt zoals ze zijn, namelijk constructies van de geest. Dit is de bevrijde manier van waarneming, waar de werkelijkheid in haar 'lege' aard wordt gezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten