In de zomer, bij't ontwaken,
strijkt het zonlicht langs de daken.
De lucht, zo blauw, is licht bevederd
wat mijn hart en ziel vertedert.
Spattend van de schoorsteenpijpen
kaatsen stralen en zij slijpen
voren vuur in geest en ogen,
roeren zich in mededogen
dat aan vee en varkens denkt
aan wie men weinig aandacht schenkt.
Levenslang staan zij in't duister,
afgedekt van licht en luister,
en na lang te hebben gewacht
worden zij om zeep gebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten