Als ik naar een bloempje staar
is het net alsof een snaar
mij totaal daarmee verbindt
en dualiteit verslindt.
Deze loopt ook door mij heen.
Daaraan hangen merg en been,
daaromheen weer vlees en huid
en de wereld als mijn bruid.
Maar wij zijn in wezen een:
stalactiet en zompig veen,
het gehoor en het geluid
van wat door mijn neusgat fluit.
Ik weet niet meer wie ziet wie
als ik in een spiegel zie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten