maandag 20 oktober 2014

Uitdijend.

Soms krijg ik het heel benauwd
want de ruimte wordt te klein.
Maar dit is toch, welbeschouwd,
omdat ik te groot wil zijn.

Als ik maar zou kunnen krimpen
hoef ik niets meer te beschimpen:
alles wordt oneindig groot,
elke noot is dan een boot.

Welke weg ik maar insla,
als ik daarmee verder ga,
wordt dan tot een open pad:
zelfs het kleinste sleutelgat.

Kijk ik in mijn keukenla,
zie ik daar een wereldstad.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten