In de hemel staat de zon
en laat zijn stralen branden.
Die zijn daardoor de bron
van gloed in alle landen
en ook van alle licht
dat kenbaar maakt de paden.
Hierdoor krijg ik zicht,
hoef niet vergeefs te waden.
Tegelijk blijft hij ongrijpbaar,
is verder niemands eigendom.
Zorgeloos, bereid en klaar
zorgt hij voor de bloei alom.
Deernis, inzicht, zelfbevrijd,
worden zo ten toon gespreid.*)
*): "Alles Vergängliche ist nur ein Gleichnis"
Johann Wolfgang von Goethe, Faust II.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten