Ik aai mijn katje als ik buk.
Wat heeft dit dier geluk!
Het is geboren met een vacht,
zo poezelig en zacht.
Het heeft donzen pootjes.
Daarmee geeft het stootjes
op mijn warme knie
terwijl ik op zijn rugje zie
dat ik weer ga aaien
en laat zijn nagels graaien.
Het mag mij gretig paaien.
Zonder er omheen te draaien
wil ik dit aantal woorden zaaien
voordat de tijd komt maaien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten