Dit grondeloos bestaan
blijft zich maar ontvouwen
zonder ergens heen te gaan.
Daar kan ik op vertrouwen.
Een eind eraan is niet te vinden
en evenmin begin.
Onvindbaar als de winden
zit ik er altijd in.
Zo blijf ik steeds maar vallen
maar kom nooit op een bodem aan.
Anders dan bij tennisballen
is hier geen racket om te slaan.
Open ruimte zal niets doen,
omvat alles als een zoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten