maandag 2 januari 2012

Soelaas.

Vannacht nog in de tram
kwam een man heel stram
zitten voor mijn neus.
Hij liet aan mij geen keus
dan naar het leer te kijken
van zijn jek van dierenlijken
met kraag van imitatiebont
waar zijn hoofd op stond.

Ik zag daarvan de achterkant,
kaal en glad geschoren,
massief en ongeboren,
als uit een ander land.

Toen keek hij plots opzij
en zag ik stoppels op een rij.
Zij waren wit als hagelstenen
die gratuit soelaas verlenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten