Ik zit aan het geblokte tafelkleed
met mijn vaardigheid gereed
om mij niet te laten raken
en mijn partner in te maken.
De stukken staan al op het bord
en ik hou het liever kort.
Al ligt er in de hoek een stoffer
belet dat niet mijn dameoffer.
Zo speel ik handig en briljant
alsof er niets is aan de hand.
In deze ruimte kaal en proper
ruil ik paard voor loper.
In het lamplicht glanst het koper,
in de velden struint de stroper.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten