Ik ben veelal in de macht
van het andere geslacht.
Dit trekt mij voortdurend aan,
als de aarde doet de maan
en tegelijk ontwijkt het mij
maar dat maakt mij geenszins vrij.
Daardoor ben ik zelden blij.
Ik maak deel uit van de rij
afgewezen minnaars,
niet die van de winnaars.
Tot ineens het inzicht lacht:
man en vrouw zijn slechts bedacht.
Dan verliest mijn klacht haar kracht,
is voorbij mijn zwarte nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten