Op de tafel staat een vaas.
Deze is mij ver de baas.
Hij blijft in mijn blikveld zweven,
boven mijn gedoe verheven.
Als ik hem de mijne noem
maakt dat niets uit voor de bloem
die ik er heb ingeplaatst
en het schemerlicht weerkaatst.
Ook het ademen houdt aan,
onbewust van mijn bestaan.
Als de bergen op de maan
zal het op zijn tijd vergaan.
Onverschillig voor mijn waan
blijven zij onaangedaan.*)
*): "Das Gute ist in gewissem Sinne trostlos".
Franz Kafka:"Betrachtungen".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten