Ik ga uit van mijn bestaan
als een braaf cartesiaan.
Daarom zoek ik naar een baan
en ik kijk graag naar de maan.
Maar als ik dat niet meer doe
zie ik toch nog steeds een koe
grazend in de weide staan
en een aap aan een liaan.
Dus dit zien kan zonder mij,
is van vreemde smetten vrij.
Het is uit zichzelve blij
en blijft roerloos als een kei.
Ook al weet ik dan niet hoe
ziet het reeds en wordt niet moe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten