Als ik "zijn" zeg zeg ik stromen
dat, nergens vandaan gekomen,
stroomt door bomen en fantomen.
Zelfs de bomen zelf stromen.
Zeg ik "het zijn" is't een ding
dat, als een herinnering,
telkens maar weer terug blijft komen,
in mijn waken en mijn dromen.
Als een ding kan ik het hebben.
Het verstrikt mij in zijn webben
maar ik kan het ook verliezen,
wat gebeurt als ik moet niezen.
Hierin valt er niets te kiezen
en ik bries naast mijn valiezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten