Dit zelf dat ik zo koester,
als parel in een oester,
heeft in feite nooit bestaan.
Het is als schijnsel van de maan
in een stromend water.
Niets blijft daar en niets staat er.
Het kan alleen verschijnen
als leegte wil verdwijnen.
Nu lach ik en ik schater,
begeleid door luid geklater.
Maar het brengt een kater
want een tijdje later
ben ik dit vergeten
en moet als lastdier zweten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten