Het water dat ik stelp
schittert in mijn schelp.
Ik ben hiervan gemaakt,
glibberig en naakt.
Ik ben als een gedachte
nergens toe bij machte
besloten in mijzelf
mijn schelp is mijn gewelf.
Een stofje dat ik koester,
moederlijk en noester
dan de wereldwijde zee,
geef ik glans en ronding mee.
De golven zijn veel woester
dan ik, een stille oester.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten