Door de wereld raast een storm
en zijn windkracht is enorm.
Hij voert alles met zich mee,
geselt volkeren en vee.
Niets blijft daardoor nog bestendig
maar ik ben plooibaar en behendig,
waai met alle winden mee,
zelfvergeten en gedwee.
Van de werveling onscheidbaar,
en zo buigzaam als een haar,
ben ik daardoor vastgeklonken
aan de druppels en de vonken
die voor mij niet meer bewegen
want ik keer mij er niet tegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten