De wijze kan slechts wijzen
naar zaken die verrijzen.
Zijn stelling ten bewijze
ordent hij ze.
Dit wijzen en bewijzen
is dezelfde wijze
als waarop de wijze
niet naar zichzelf kan wijzen.
Zo kan een mes zichzelf niet snijden
noch kan louter glijden glijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten