Wiegelend en zwenkend,
schitt'rend en beschaamd,
wenkend en zich schenkend,
vlietend en vergaand,
ontdoet zich het bestaan
van vorm en naam.
Nu komt het er op aan.
Er is geen tijd
voor denken of beweren
noch is er respijt
om wat maar te bezweren.
Je kunt nu enkel gaan
voor dat wat er al is:
de overvolle hindernis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten