Ik zet mijn fiets neer in de gang
en ga dan naar binnen.
Wie hem optilt aan zijn stang
kan aan zijn reis beginnen.
Hoe weet ik dat die fiets daar staat,
nu zijn aanblik mij ontgaat?
Zo kan ik enkel leven
met wat mij direkt is gegeven.
Daar horen ook gedachten bij
die staan te dringen in een rij.
Maar ook die rij staat in een gang,
zonder dat ik weet hoe lang,
en verschilt daarin in niets
van mijn vermeende fiets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten