De tijd schrijdt voort maar is dit niet enkel beeldspraak?
De plaats waar hij zojuist nog was is nergens te vinden
en de toekomst waar hij heen gaat is nog in de maak.
Wat overblijft is nu om toekomst en verleden te verbinden
maar als die twee niet zijn te vinden hoe kan het dan bestaan?
Het is niet te bewijzen en daarom neemt men het maar aan.
Hoe weet ik dan dat tijd bestaat als wegvalt elke maat?
Want als ik haar betrappen wil dan ben ik al te laat.
Toch kan ik tellen en herstellen en een geschiedenis vertellen
en zie ik machthebbers verschrompelen en dwergen zwellen
bij de gratie van't geheugen dat in zichzelve leest
wat zojuist nog is geweest en dat eenzaam en verweesd
op zijn eigen beurt wordt aangenomen door een denken
dat niet anders kan dan aan fantomen leven schenken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten